Een kleincirkel
  • klein·cir·kel
enkelvoud meervoud
naamwoord kleincirkel kleincirkels
verkleinwoord kleincirkeltje kleincirkeltjes

de kleincirkelm

  1. (wiskunde) (aardrijkskunde)een cirkel op een bol waarvan de middelpunten niet samenvallen; de doorsnede van de cirkel is kleiner dan die van de bol, en het vlak van de cirkel verdeelt de bol in ongelijke delen
    • De breedtecirkels zijn bekende kleincirkels.