Nederlands

 
kinderkribbe van een bedrijf
Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·krib·be
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderkribbe kinderkribbes
kinderkribben
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kinderkribbev / m

  1. een plaats waar jonge kinderen (baby's en peuters) worden opgevangen
    • Het nieuwe stadion moet plaats bieden aan 18.000 supporters, krijgt een shop, 25 skyboxen, een fitnessruimte en kinderkribbe, die ook voor de omwonenden zullen worden opengesteld, ruimere kantines, extra sanitaire blokken en een plaats waar evenementen kunnen plaatsvinden. De club hoopt dat de werken eind 2016 kunnen afgerond worden. [1] 
    • Uit onderzoek blijkt dat het grootste obstakel om nascholing te volgen, de tijd is die je moet spenderen om er te geraken. Dat obstakel verdwijnt grotendeels als je bijscholing in de buurt van bedrijven aanbiedt, in plaats van in de binnenstad." UC Leuven-Limburg wil ook een kinderkribbe op de campus openen voor kinderen van ouders die avondonderwijs volgen. [2] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. De Standaard 16/01/2014 door jvh KV Mechelen verduidelijkt stadionplannen
  2. De Standaard 12/02/2015 door (wv) Hogeschool UC Leuven-Limburg verhuist naar Haasrode
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be