crèche
- crè·che
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kinderbewaarplaats’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1881 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | crèche | crèches |
verkleinwoord | crècheje | crèchejes |
- een oppascentrum voor kinderen
- Zij brengt haar kinderen vaak naar de crèche.
- ▸ Wij hebben de kleinkinderen vaak over de vloer. (...) Onze huiskamer lijkt af en toe wel een crèche.[2]
- ▸ Op Bonaire zijn de scholen en crèches vanaf woensdagochtend plaatselijke tijd gesloten. Er zijn schuilplaatsen ingericht op vijf plekken op het eiland, meldt Bonaire.nu.[3]
1. een oppascentrum voor kinderen
- Het woord crèche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "crèche" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "crèche" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Weblink bron “Paniek op Curaçao door mogelijk eerdere aankomst tropische storm Bonnie” (29 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
crèche | crèches |
crèche
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
crèche | la crèche | crèches | les crèches |
crèche v
- crèche
- (spreektaal) verblijf, slaapplaats
- «T'aurais pas une crèche pour moi?»
- Zou ik misschien bij jou kunnen pitten? [1]
- «T'aurais pas une crèche pour moi?»