kinderdagverblijf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kinderdagverblijf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kin·der·dag·ver·blijf

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kind  en  dagverblijf  met het invoegsel -er- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kinderdagverblijf	kinderdagverblijven
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het kinderdagverblijf o

1. plaats waar jonge kinderen overdag onder toezicht kunnen verblijven

Verwante begrippen

• crèche, peutercrèche

Hyperoniemen

• kinderopvang

Vertalingen

    1.   

Duits: (Duitsland) Kindertagesstätte (de), Kita (de) v, (Oostenrijk) Ganztagskindergarten (de) m Engels: day care (en)

Frans: (Frankrijk) halte-garderie (fr) v, EAJE (fr) m Spaans: guardería (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord kinderdagverblijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.