Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·krib
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderkrib kinderkribben
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kinderkribv / m

  1. kindercrèche
    • Uit onderzoek blijkt dat het grootste obstakel om nascholing te volgen, de tijd is die je moet spenderen om er te geraken. Dat obstakel verdwijnt grotendeels als je bijscholing in de buurt van bedrijven aanbiedt, in plaats van in de binnenstad." UC Leuven-Limburg wil ook een kinderkribbe op de campus openen voor kinderen van ouders die avondonderwijs volgen.[1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 12/02/2015