Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ki·lo·jou·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kilojoule kilojoules
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kilojoulem

  1. (natuurkunde), (eenheid) een eenheid voor energie, gelijk aan 103 joule of 1.000 joule, weergegeven met symbool kJ
Verwante begrippen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie


Slowaaks

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord joule met het voorvoegsel kilo-

Zelfstandig naamwoord

kilojoule

  1. (natuurkunde)(eenheid) kilojoule; een eenheid voor energie, gelijk aan 103 joule of 1.000 joule
Afkorting
Verwante begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kɪlɔdʒaʊ̯l/, /kɪlɔdʒɔʊ̯l/
Woordafbreking
  • ki·lo·joule
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord joule met het voorvoegsel kilo-

Zelfstandig naamwoord

kilojoule monbezield

  1. (natuurkunde)(eenheid) kilojoule; een eenheid voor energie, gelijk aan 103 joule of 1.000 joule
Verbuiging
Afkorting
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be