picojoule

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  picojoule    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pi·co·jou·le

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van joule met het voorvoegsel pico- van het Italiaanse “piccolo” (klein)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	picojoule	picojoules
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de picojoule m

1. (natuurkunde), (eenheid) een eenheid voor energie, gelijk aan 10⁻¹² joule of 0,000.000.001 millijoule, weergegeven met symbool pJ

Verwante begrippen

eenheden van joule in het Nederlands (nld)
yoctojoule • zeptojoule • attojoule • femtojoule • picojoule • nanojoule • microjoule • millijoule • centijoule • decijoule • joule • decajoule • hectojoule • kilojoule • megajoule • gigajoule • terajoule • petajoule • exajoule • zettajoule • yottajoule

Gangbaarheid

• Het woord 'picojoule' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.