keukenhulp
- Geluid: keukenhulp (hulp, bestand)
- keu·ken·hulp
- samenstelling van keuken en hulp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keukenhulp | keukenhulpen |
verkleinwoord | keukenhulpje | keukenhulpjes |
- (beroep) iemand die in de keuken meehelpt
- Het leven in het asielzoekerscentrum beviel hem niet: het nietsdoen, het wachten, de gedeprimeerde stemming bij andere asielzoekers die elkaar de put in praten. Hij vond een baantje als keukenhulp in een restaurant van de keten Vapiano. Maar hij wilde meer, hij wilde iets leren en zich ontwikkelen. [1]
- een machine die je werk in de keuken uit handen neemt
- Dat tussen idealen en praktijk enige discrepantie bestaat, blijkt wanneer de voorlieden meewerken aan gesponsorde tv-programma's. Ze zingen de lof over roerbakmixen, sausen uit potjes, keukenhulpen en makkelijk schoon te houden aanrechtbladen. Daarmee helpen ze mee het gastronomisch maatschappelijk middenveld te laten wegvagen door het culinair-industriële complex. [2]
- [1] keukenmeid
- [2] keukenmachine, keukengerei
2
1. iemand die in de keuken meehelpt
|
- Het woord keukenhulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keukenhulp" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Juurd Eijsvoogel 4 november 2016
- ↑ NRC Joep Habets 28 augustus 1997
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be