Nederlands

 
kerkuilen
Uitspraak
Woordafbreking
  • kerk·uil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerkuil kerkuilen
verkleinwoord kerkuiltje kerkuiltjes

Zelfstandig naamwoord

de kerkuilm

  1. (uilen) bepaald soort vogel, Tyto alba  , met een lichte onderzijde en een opvallende, hartvormige sluier die gewoonlijk in gebouwen broedt
     Bij een handelaar in Noord-Brabant zijn meer dan 100 vogels in beslag genomen. Het gaat om kerkuilen, Turkmeense oehoes, verschillende soorten kwartels en allerlei soorten tropische vogels, meldt de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID).[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ruim 100 vogels in beslag genomen in Brabant, 'erbarmelijke omstandigheden'” (16 mei 2022), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be