Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘doelverdediger’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1871 [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord keeper keepers
verkleinwoord keepertje keepertjes

Zelfstandig naamwoord

de keeperm

  1. (sport) (beroep) Een doelman, keeper (van het Engelse goalkeeper), doelverdediger, goalie of doelwachter is een speler van een sportploeg die moet voorkomen dat de tegenstander een punt scoort.
    • Bij voetbal, hockey, handbal, ijshockey en veel andere sporten is er een doelman. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen