keel-neus-oorarts
- Geluid: keel-neus-oorarts (hulp, bestand)
- IPA: / kelnøsˈorɑrts / (4 lettergrepen)
- keel-neus-oor·arts
- samenstelling van keel, neus en oor met arts, gespeld met koppeltekens volgens spellingregel 6.D [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keel-neus-oorarts | keel-neus-oorartsen |
verkleinwoord | - | - |
de keel-neus-oorarts m
- (beroep) (medisch) dokter die zich gespecialiseerd heeft in ziekten van organen binnen het hoofd die direct contact met de buitenlucht hebben
- ▸ Van 1942 tot 1946 was hij als keel-neus-oorarts te Zwolle werkzaam.[2]
- kno
- keel-, neus- en oorarts (minder juiste vorm, officiële spelling tot 2015)
- neus-keel-oorarts, nko-arts, nko (meer gangbare term in België)
1. dokter die zich gespecialiseerd heeft in ziekten van organen binnen het hoofd die direct contact met de buitenlucht hebben
- Het woord keel-neus-oorarts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Tanneke Schoonheim“Artsen te kust en te keur” (februari 2015) op taaluniebericht.org
- ↑ Weblink bron G.B. SnowLeonard Barend Willem Jongkees in: Levensberichten en herdenkingen 2005 (2005), Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), ISBN 9069844303, p. 63