arts
- arts
de arts m
- (medisch) (beroep) een geneeskundige die bevoegd is een praktijk uit te oefenen
- Ga morgen even bij de arts langs.
- Zij werkt als arts in het ziekenhuis.
- ▸ Uitvoerig sprak hij over zijn plannen om ooit arts te worden, maar nu was hij nog vooral de ultieme vrije hippie die alle hoeken van de wereld wilde verkennen.[2]
- ▸ Hoewel de artsen van de psychiatrische afdeling er alles aan deden om hem weer terug te brengen, was men afhankelijk van zijn medewerking.[3]
- ▸ Het was in die tijd niet eenvoudig voor een ongehuwd meisje om aan de pil te komen; geen enkele arts zou hem voorschrijven.[4]
|
1. geneeskundige die bevoegd is een praktijk uit te oefenen
- Het woord arts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "arts" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "arts" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ “All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht
, ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Jessie Burton (vert. Marja Borg)“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be