katalyseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van katalyseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | katalyseren | te katalyseren | ||||||||
toekomend | zullen katalyseren | te zullen katalyseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gekatalyseerd | te hebben gekatalyseerd | ||||||||
toekomend | gekatalyseerd zullen hebben | gekatalyseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
katalyserend | gekatalyseerd | ev. katalyseer |
mv. verouderd katalyseert |
katalysere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | katalyseer | katalyseert | katalyseert | katalyseert | katalyseert | katalyseren | katalyseren | katalyseren | |||
verleden (o.v.t.) | katalyseerde | katalyseerde | katalyseerde | katalyseerde | katalyseerde | katalyseerden | katalyseerden | katalyseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal katalyseren | zult/zal katalyseren | zult/zal katalyseren | zult katalyseren | zal katalyseren | zullen katalyseren | zullen katalyseren | zullen katalyseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou katalyseren | zou katalyseren | zou(dt) katalyseren | zoudt katalyseren | zou katalyseren | zouden katalyseren | zouden katalyseren | zouden katalyseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gekatalyseerd | hebt gekatalyseerd | hebt/heeft gekatalyseerd | hebt gekatalyseerd | heeft gekatalyseerd | hebben gekatalyseerd | hebben gekatalyseerd | hebben gekatalyseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gekatalyseerd | had gekatalyseerd | had gekatalyseerd | hadt gekatalyseerd | had gekatalyseerd | hadden gekatalyseerd | hadden gekatalyseerd | hadden gekatalyseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekatalyseerd hebben | zal/zult gekatalyseerd hebben | zult/zal gekatalyseerd hebben | zult gekatalyseerd hebben | zal gekatalyseerd hebben | zullen gekatalyseerd hebben | zullen gekatalyseerd hebben | zullen gekatalyseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekatalyseerd hebben | zou gekatalyseerd hebben | zou/zoudt gekatalyseerd hebben | zoudt gekatalyseerd hebben | zou gekatalyseerd hebben | zouden gekatalyseerd hebben | zouden gekatalyseerd hebben | zouden gekatalyseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gekatalyseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gekatalyseerd | er is gekatalyseerd | |||||||||
verleden | er werd gekatalyseerd | er was gekatalyseerd | |||||||||
toekomend | er zal gekatalyseerd worden | er zal gekatalyseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gekatalyseerd worden | er zou gekatalyseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gekatalyseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gekatalyseerd worden | gekatalyseerd te worden | ||||||||
toekomend | gekatalyseerd zullen worden | gekatalyseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gekatalyseerd zijn | gekatalyseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gekatalyseerd zullen zijn | gekatalyseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gekatalyseerd | wordt gekatalyseerd | wordt gekatalyseerd | wordt gekatalyseerd | wordt gekatalyseerd | worden gekatalyseerd | worden gekatalyseerd | worden gekatalyseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gekatalyseerd | werd gekatalyseerd | werd gekatalyseerd | werdt gekatalyseerd | werd gekatalyseerd | werden gekatalyseerd | werden gekatalyseerd | werden gekatalyseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gekatalyseerd worden | zult gekatalyseerd worden | zult gekatalyseerd worden | zult gekatalyseerd worden | zal gekatalyseerd worden | zullen gekatalyseerd worden | zullen gekatalyseerd worden | zullen gekatalyseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gekatalyseerd worden | zou gekatalyseerd worden | zou/zoudt gekatalyseerd worden | zoudt gekatalyseerd worden | zou gekatalyseerd worden | zouden gekatalyseerd worden | zouden gekatalyseerd worden | zouden gekatalyseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gekatalyseerd | bent gekatalyseerd | bent/is gekatalyseerd | zijt gekatalyseerd | is gekatalyseerd | zijn gekatalyseerd | zijn gekatalyseerd | zijn gekatalyseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gekatalyseerd | was gekatalyseerd | was gekatalyseerd | waart gekatalyseerd | was gekatalyseerd | waren gekatalyseerd | waren gekatalyseerd | waren gekatalyseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekatalyseerd zijn | zult gekatalyseerd zijn | zult gekatalyseerd zijn | zult gekatalyseerd zijn | zal gekatalyseerd zijn | zullen gekatalyseerd zijn | zullen gekatalyseerd zijn | zullen gekatalyseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekatalyseerd zijn | zou gekatalyseerd zijn | zou/zoudt gekatalyseerd zijn | zoudt gekatalyseerd zijn | zou gekatalyseerd zijn | zouden gekatalyseerd zijn | zouden gekatalyseerd zijn | zouden gekatalyseerd zijn |