• joy·eus
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen joyeus joyeuzer joyeust
verbogen joyeuze joyeuzere joyeuste
partitief joyeus joyeuzers -

joyeus [3]

  1. vol vreugde die met de omgeving gedeeld wordt
    • 'Uit een bevredigende bevalling put je de rest van je leven vertrouwen', zegt Smulders, terwijl ze naar de woonkamer loopt, een joyeus ingerichte ruimte met een piano, bossen bloemen en schilderijen in barokke omlijsting. Ze woont hier met haar man en twee zoons. [4] 
    • En vooral het publiek wordt in de watten gelegd. Deze organische architectuur, die zich aan elke mode onttrekt, heeft namelijk wel de eigenschap dat velen zich er behaaglijk in voelen. Dat zit hem in de maatverhoudingen, vaak bepaald met behulp van de gulden snede. Ook zijn veel wanden licht gebogen, wat ruimten vriendelijk en beschuttend maakt. Dat voel je meteen in de uitnodigende foyer, die ook nog eens is voorzien van een goudglittervloer en sterrenhemel. En meer nog in de intieme theaterzaal (600 stoelen), met sierlijke gouden wanden en rode pluche stoelen. Een joyeus balkon golft soepel om alles heen, en strekt zich uit tot bijna op het toneel. [5]  
58 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[6]


  1. Wiktionnaire
  2. joyeus op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. Volkskrant Carolina Lo Galbo 18 juni 2016
  5. Volkskrant HILDE DE HAAN 4 december 2012
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be