joligheid
- jo·lig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | joligheid | joligheden |
verkleinwoord | joligheidje | joligheidjes |
de joligheid v
- onbenullige, onbekommerde, dartele, speelse vrolijkheid
- Het was bij het graf van de grote Iraanse dichter Hafez. Een groepje jonge Iraanse vrouwen gehuld in de lichaamsbedekkende 'chador' liep over het plein en trok haar aandacht. "Ze vielen me op door hun joligheid", zegt Akkermans. "Ze maakten selfies. Toen ik ze vroeg naar hun kleding, zei een van hen: Trek mijn chador maar even aan, dan weet je tenminste hoe dat voelt." [1]
- Een misplaatste grap uit joligheid leidde gisteren tot een taakstraf van 80 en 60 uur voor twee Enschedeërs. Via 112 gaven ze een bommelding door voor het wokrestaurant aan de Gronausestraat in Enschede. [2]
- Hoewel hij een vurig pleitbezorger van Nederlandstalige volksmuziek is, gruwelt Thijssen van de vele‘goedkope’ deuntjes op radio en televisie. ‘Altijd die geforceerde joligheid en slechte teksten. Ik kan geen vrolijke nummertjes en feestmuziek maken, bij gaat het om alles wat diep in je zit en er eindelijk eens uit moet komen. [3]
- Het woord joligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "joligheid" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Tubantia Herman Haverkate 06-09-17 Fotografe uit Markvelde legt dagelijks leven in Iran vast
- ↑ Tubantia 01-08-08 Werkstraf voor misplaatste grap
- ↑ Tubantia Dolf Ruesink 11-05-17 Henny Thijssen viert 65e verjaardag met ode aan Nederlandstalige volksmuziek in Enschede
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be