jezelf
- je·zelf
- samenstelling van je en zelf
jezelf
- tweede persoon enkelvoud, versterkte vorm van je
- Het ontgaat jezelf.
- ▸ Maar soms is het ook goed om afstand te nemen en ruimte te creëren voor jezelf.[1]
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
verplicht | keuze | verplicht | keuze | |
1e persoon | mij me |
mijzelf mezelf |
ons | onszelf |
2e persoon (informeel) |
je | jezelf | je | jezelf |
2e persoon (formeel) |
zich | zichzelf | zich | zichzelf |
2e persoon (regionaal) |
u | uzelf | u | uzelf |
3e persoon |
zich | zichzelf | zich | zichzelf |
jezelf
- tweede persoon enkelvoud- en meervoud
- Jullie moeten jezelf een vraag stellen.
- Jij mag wel een beetje aan jezelf denken.
- Deze vorm kan alleen gebruikt worden als de reflexiviteit optioneel is, dat wil zeggen dat het werkwoord zowel wederkerend als niet-wederkerend gebruikt kan worden.
- Het woord jezelf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jezelf" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be