inverdienen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van inverdienen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | inverdienen | in te verdienen | ||||||||
toekomend | zullen inverdienen in zullen verdienen |
te zullen inverdienen in te zullen verdienen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben inverdiend | te hebben inverdiend | ||||||||
toekomend | inverdiend zullen hebben | inverdiend te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
inverdienend | inverdiend | ev. verdien in |
mv. verouderd verdient in |
verdiene in (bijzin) inverdiene | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | verdien in | verdient in | verdient in | verdient in | verdient in | verdienen in | verdienen in | verdienen in | |||
verleden (o.v.t.) | verdiende in | verdiende in | verdiende in | verdiende in | verdiende in | verdienden in | verdienden in | verdienden in | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal inverdienen | zult/zal inverdienen | zult/zal inverdienen | zult inverdienen | zal inverdienen | zullen inverdienen | zullen inverdienen | zullen inverdienen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou inverdienen | zou inverdienen | zou(dt) inverdienen | zoudt inverdienen | zou inverdienen | zouden inverdienen | zouden inverdienen | zouden inverdienen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | inverdien | inverdient | inverdient | inverdient | inverdient | inverdienen | inverdienen | inverdienen | |||
verleden (o.v.t.) | inverdiende | inverdiende | inverdiende | inverdiende | inverdiende | inverdienden | inverdienden | inverdienden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal inverdienen in zal verdienen |
zult/zal inverdienen in zult/zal verdienen |
zult/zal inverdienen in zult/zal verdienen |
zult inverdienen in zult verdienen |
zal inverdienen in zal verdienen |
zullen inverdienen in zullen verdienen |
zullen inverdienen in zullen verdienen |
zullen inverdienen in zullen verdienen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou inverdienen in zou verdienen |
zou inverdienen in zou verdienen |
zou(dt) inverdienen in zou(dt) verdienen |
zoudt inverdienen in zoudt verdienen |
zou inverdienen in zou verdienen |
zouden inverdienen in zouden verdienen |
zouden inverdienen in zouden verdienen |
zouden inverdienen in zouden verdienen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb inverdiend | hebt inverdiend | hebt/heeft inverdiend | hebt inverdiend | heeft inverdiend | hebben inverdiend | hebben inverdiend | hebben inverdiend | |||
verleden (v.v.t.) | had inverdiend | had inverdiend | had inverdiend | hadt inverdiend | had inverdiend | hadden inverdiend | hadden inverdiend | hadden inverdiend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal inverdiend hebben | zal/zult inverdiend hebben | zult/zal inverdiend hebben | zult inverdiend hebben | zal inverdiend hebben | zullen inverdiend hebben | zullen inverdiend hebben | zullen inverdiend hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou inverdiend hebben | zou inverdiend hebben | zou/zoudt inverdiend hebben | zoudt inverdiend hebben | zou inverdiend hebben | zouden inverdiend hebben | zouden inverdiend hebben | zouden inverdiend hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm inverdiend worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt inverdiend | er is inverdiend | |||||||||
verleden | er werd inverdiend | er was inverdiend | |||||||||
toekomend | er zal inverdiend worden | er zal inverdiend zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou inverdiend worden | er zou inverdiend zijn | |||||||||
lijdende vorm inverdiend worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | inverdiend worden | inverdiend te worden | ||||||||
toekomend | inverdiend zullen worden | inverdiend te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | inverdiend zijn | inverdiend te zijn | ||||||||
toekomend | inverdiend zullen zijn | inverdiend te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word inverdiend | wordt inverdiend | wordt inverdiend | wordt inverdiend | wordt inverdiend | worden inverdiend | worden inverdiend | worden inverdiend | |||
verleden (o.v.t.) | werd inverdiend | werd inverdiend | werd inverdiend | werdt inverdiend | werd inverdiend | werden inverdiend | werden inverdiend | werden inverdiend | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal inverdiend worden | zult inverdiend worden | zult inverdiend worden | zult inverdiend worden | zal inverdiend worden | zullen inverdiend worden | zullen inverdiend worden | zullen inverdiend worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou inverdiend worden | zou inverdiend worden | zou/zoudt inverdiend worden | zoudt inverdiend worden | zou inverdiend worden | zouden inverdiend worden | zouden inverdiend worden | zouden inverdiend worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben inverdiend | bent inverdiend | bent/is inverdiend | zijt inverdiend | is inverdiend | zijn inverdiend | zijn inverdiend | zijn inverdiend | |||
verleden (v.v.t.) | was inverdiend | was inverdiend | was inverdiend | waart inverdiend | was inverdiend | waren inverdiend | waren inverdiend | waren inverdiend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal inverdiend zijn | zult inverdiend zijn | zult inverdiend zijn | zult inverdiend zijn | zal inverdiend zijn | zullen inverdiend zijn | zullen inverdiend zijn | zullen inverdiend zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou inverdiend zijn | zou inverdiend zijn | zou/zoudt inverdiend zijn | zoudt inverdiend zijn | zou inverdiend zijn | zouden inverdiend zijn | zouden inverdiend zijn | zouden inverdiend zijn |