insluiten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: insluiten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɪnslœytə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɪn.slœʏ̯.tə(n)/
- (Limburg): /ˈɪn.slœː.tə(n)/
Woordafbreking
- in·slui·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in bw en sluiten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
insluiten |
sloot in |
ingesloten |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
insluiten
- overgankelijk opsluiten in iets
- overgankelijk iets omgeven
- overgankelijk iets bijvoegen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. opsluiten in iets
2. iets omgeven
3. iets bijvoegen
Gangbaarheid
- Het woord insluiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "insluiten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be