bijsluiten
- Geluid: bijsluiten (hulp, bestand)
- bij·slui·ten
- samenstelling van bij en sluiten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijsluiten |
sloot bij |
bijgesloten |
klasse 2 | volledig |
bijsluiten
- overgankelijk toevoegen alvorens af te sluiten
- Hij sloot twee postzegels bij voor de terugzending.
- Het woord bijsluiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.