idrett, m
- activiteit, werkzaamheid, (het) werken, (het) streven
- (verouderd) (oude bijbeltaal) actie, daad, handeling
- (dichterlijk), (verouderd) grote daad
- (sport) sport
idretten (bepaalde vorm enkelvoud)
- (sport) (als geheel beschouwd) sportactiviteiten, sporters, sportorganisaties, de wereld van sport
idretter (onbepaalde vorm meervoud)
- (sport) sportsoort, sporttak
idrett, m
- activiteit, werkzaamheid, (het) werken, (het) streven
- (verouderd) (oude bijbeltaal) actie, daad, handeling
- (dichterlijk), (verouderd) grote daad
- (sport) sport
idretten (bepaalde vorm enkelvoud)
- (sport) (als geheel beschouwd) sportactiviteiten, sporters, sportorganisaties, de wereld van sport
idretter (onbepaalde vorm meervoud)
- (sport) sportsoort, sporttak