hopman
- hop·man
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘kapitein’ voor het eerst aangetroffen in 1556 [1]
- samenstelling van hop en man [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hopman | hopmans hoplieden hopmannen hoplui |
verkleinwoord | hopmannetje | hopmannetjes |
- (militair) (verouderd) kapitein in het Nederlandse leger
- (verouderd) leider van een groep verkenners (speltak voor jongens van 11-14 jaar) bij de scouting
- Het woord hopman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hopman" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hopman" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hopman op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be