0:35 hopman
  • hop·man
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘kapitein’ voor het eerst aangetroffen in 1556 [1]
  • samenstelling van  hop  en  man  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hopman hopmans
hoplieden
hopmannen
hoplui
verkleinwoord hopmannetje hopmannetjes

de hopmanm [3]

  1. (militair) (verouderd) kapitein in het Nederlandse leger
  2. (verouderd) leider van een groep verkenners (speltak voor jongens van 11-14 jaar) bij de scouting
84 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[4]