• hop
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord hop hoppen
verkleinwoord hopje hopjes

dehopm

  1. (neushoornvogelachtigen) bepaald soort vogel, Upupa epops op Wikispecies, met typische kuif

[B]dehopv/m

  1. (bloemplanten) (drinken) Humulus lupulus op Wikispecies bepaalde plant die onder andere wordt gebruikt bij de bereiding van bier

[C] hop

  1. uitroep bij een opspringende beweging

[C]dehopv/m

  1. (dans) benaming voor een (dans)beweging op één been, die doet denken aan huppelen, stap-hop-stap-hop
vervoeging van
hoppen

[C] hop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoppen
    • Ik hop. 
  2. gebiedende wijs van hoppen
    • Hop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoppen
    • Hop je? 
[D] enkelvoud meervoud
naamwoord hop hoppen
verkleinwoord

[D]hethopo

  1. (aardrijkskunde) inham langs de kust
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[10]
  • [A 1] hop in het Nederlands Soortenregister N
  • [A 1] hop op Wikidata op Wikidata
  • [B 1] hop op Wikidata op Wikidata
  • [B 1] hop op "Wilde planten in Nederland en België"

hop

  1. hup (bij een snelle beweging omhoog)