hoofdman
- hoofd·man
- samenstelling van hoofd en man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdman | hoofdmannen hoofdlieden hoofdlui |
verkleinwoord | hoofdmannetje | hoofdmannetjes |
de hoofdman m
- iemand die de aanvoerder van een stam, partij of beweging is
- De hoofdman besloot vrede te sluiten met de andere stam na langdurig overleg met de oudsten.
- (militair) bevelhebber van een troep soldaten, schutters enz
- deken van een gilde
- hoofdbestuurder van een katholieke broederschap
- [1] hopman
1. iemand die de aanvoerder van een stam is
- Het woord hoofdman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoofdman" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be