hockeyen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van hockeyen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		hockeyen			te hockeyen
	toekomend		zullen hockeyen			te zullen hockeyen
voltooid	tegenwoordig		hebben gehockeyd			te hebben gehockeyd
	toekomend		gehockeyd zullen hebben			gehockeyd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	hockeyend		gehockeyd			ev. hockey	mv. verouderd hockeyt	hockeye
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	hockey	hockeyt	hockeyt	hockeyt	hockeyt	hockeyen	hockeyen	hockeyen
verleden (o.v.t.)	hockeyde	hockeyde	hockeyde	hockeyde	hockeyde	hockeyden	hockeyden	hockeyden
toekomend (o.t.t.t.)	zal hockeyen	zult/zal hockeyen	zult/zal hockeyen	zult hockeyen	zal hockeyen	zullen hockeyen	zullen hockeyen	zullen hockeyen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou hockeyen	zou hockeyen	zou(dt) hockeyen	zoudt hockeyen	zou hockeyen	zouden hockeyen	zouden hockeyen	zouden hockeyen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gehockeyd	hebt gehockeyd	hebt/heeft gehockeyd	hebt gehockeyd	heeft gehockeyd	hebben gehockeyd	hebben gehockeyd	hebben gehockeyd
verleden (v.v.t.)	had gehockeyd	had gehockeyd	had gehockeyd	hadt gehockeyd	had gehockeyd	hadden gehockeyd	hadden gehockeyd	hadden gehockeyd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gehockeyd hebben	zal/zult gehockeyd hebben	zult/zal gehockeyd hebben	zult gehockeyd hebben	zal gehockeyd hebben	zullen gehockeyd hebben	zullen gehockeyd hebben	zullen gehockeyd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gehockeyd hebben	zou gehockeyd hebben	zou/zoudt gehockeyd hebben	zoudt gehockeyd hebben	zou gehockeyd hebben	zouden gehockeyd hebben	zouden gehockeyd hebben	zouden gehockeyd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gehockeyd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gehockeyd				er is gehockeyd
verleden	er werd gehockeyd				er was gehockeyd
toekomend	er zal gehockeyd worden				er zal gehockeyd zijn
voorwaardelijk	er zou gehockeyd worden				er zou gehockeyd zijn