hartenjagen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van hartenjagen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		hartenjagen			te hartenjagen
	toekomend		zullen hartenjagen			te zullen hartenjagen
voltooid	tegenwoordig		gehartenjaagd			te gehartenjaagd
	toekomend		gehartenjaagd zullen			gehartenjaagd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	hartenjagend		gehartenjaagd			ev. hartenjaag	mv. verouderd hartenjaagt	hartenjage
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	hartenjaag	hartenjaagt	hartenjaagt	hartenjaagt	hartenjaagt	hartenjagen	hartenjagen	hartenjagen
verleden (o.v.t.)	hartenjaagde	hartenjaagde	hartenjaagde	hartenjaagde	hartenjaagde	hartenjaagden	hartenjaagden	hartenjaagden
toekomend (o.t.t.t.)	zal hartenjagen	zult/zal hartenjagen	zult/zal hartenjagen	zult hartenjagen	zal hartenjagen	zullen hartenjagen	zullen hartenjagen	zullen hartenjagen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou hartenjagen	zou hartenjagen	zou(dt) hartenjagen	zoudt hartenjagen	zou hartenjagen	zouden hartenjagen	zouden hartenjagen	zouden hartenjagen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij