• har·ten·jaagt
vervoeging van
hartenjagen

hartenjaagt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hartenjagen
    • Jij hartenjaagt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hartenjagen
    • Hij hartenjaagt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hartenjagen
    • Hartenjaagt!