hartenjaagde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- har·ten·jaag·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hartenjagen |
hartenjaagde
- enkelvoud verleden tijd van hartenjagen
- Ik hartenjaagde.
- Jij hartenjaagde.
- Hij, zij, het hartenjaagde.
- Ik hartenjaagde.
vervoeging van |
---|
hartenjagen |
hartenjaagde