• hals·bre·kend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen halsbrekend halsbrekender halsbrekendst
verbogen halsbrekende halsbrekendere halsbrekendste
partitief halsbrekends halsbrekenders -

halsbrekend [1]

  1. iets wat zo gevaarlijk is om te doen dat je eraan zou kunnen doodgaan, dus heel erg gevaarlijk
    • Geen van hen haalde het zelfs maar tot halverwege het eerste huis waar licht brandde. Ze verspeelden Jens van der Heijden bijna en het kostte Grim een halsbrekende toer waarbij hij zijn eigen leven op het spel zette om hem terug te halen. Eerder had hij hen bijna alle drie verspeeld, maar Claire had de tegenwoordigheid van geest om net voor de dorpsgrens te roepen dat hij de wagen stop moest zetten om te voet verder te gaan... gewoon voor het geval dat.[2] 
    • Dat is allemaal wel een beetje veel en ook door het halsbrekende tempo en de extreem hoge grappendichtheid wordt de film soms wat vermoeiend. Maar zelfs dan behoudt het geheel een grootse charme, óók doordat er geen woord wordt gesproken en de poppenpersonages zich volledig uitdrukken met hun mimiek, gegrom en gemompel. [3]  
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Thomas Olde Heuvelt HEX ISBN 978-90-245-7334-9 pagina 310
  3. Volkskrant KEVIN Toma 19 maart 2015
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be