levensgevaarlijk
- le·vens·ge·vaar·lijk
- In de betekenis van ‘zeer gevaarlijk’ voor het eerst aangetroffen in 1908 [1]
- samenstelling van leven zn en gevaarlijk bn met het invoegsel -s-
- afgeleid van levensgevaar met het achtervoegsel -lijk [2]
levensgevaarlijk
- zo gevaarlijk dat de dood dreigt
- Hij trachtte de levensgevaarlijke vloedgolf te ontlopen.
- In luttele jaren poppen overal in de westerse wereld democratisch gekozen meerderheden van bizarre, extremistische volksmenners op, die langzaam maar zeker achter hun op het eerste gezicht kolderieke ideeën bij nader inzien extreem intolerante, antihumane en levensgevaarlijke projecten ten uitvoer dreigen te brengen. [3]
1. zo gevaarlijk dat de dood dreigt
- Het woord levensgevaarlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.