Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·be·drei·gend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen levensbedreigend levensbedreigender levensbedreigendst
verbogen levensbedreigende levensbedreigendere levensbedreigendste
partitief levensbedreigends levensbedreigenders -

Bijvoeglijk naamwoord

levensbedreigend

  1. dat iets zo gevaarlijk is dat je er aan dood kunt gaan
    • Gary Meskil, zanger van hardcoreband Pro-Pain, herstelt goed van de aanval waar hij een week geleden in Brussel het slachtoffer van werd. Hij is ontslagen uit het ziekenhuis, en wacht op een terugkeer naar de VS. Maar hij heeft geen negatieve gevoelens over ons land. Dat schrijft Meskil in een Facebook-update. Dieven staken hem midden in de nacht neer op straat, in hartje Brussel. Hij werd met levensbedreigende verwondingen naar het ziekenhuis overgebracht. ‘[1] 
    • Vier op de vijf deelnemers had een hartaanval overleefd. Bij de anderen was een verstopte kransslagader rond het hart ontdekt voordat die levensbedreigend werd.[2]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. De Standaard 11/07/2017 door Wle
  2. NRC Wim Köhler 18 juli 2017