hakselen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van hakselen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | hakselen | te hakselen | ||||||||
toekomend | zullen hakselen | te zullen hakselen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] gehakseld | te hebben[1]/zijn[2] gehakseld | ||||||||
toekomend | gehakseld zullen hebben[1]/zijn[2] | gehakseld te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
hakselend | gehakseld | ev. haksel |
mv. verouderd hakselt |
haksele | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | haksel | hakselt | hakselt | hakselt | hakselt | hakselen | hakselen | hakselen | |||
verleden (o.v.t.) | hakselde | hakselde | hakselde | hakselde | hakselde | hakselden | hakselden | hakselden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal hakselen | zult/zal hakselen | zult/zal hakselen | zult hakselen | zal hakselen | zullen hakselen | zullen hakselen | zullen hakselen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou hakselen | zou hakselen | zou(dt) hakselen | zoudt hakselen | zou hakselen | zouden hakselen | zouden hakselen | zouden hakselen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm gehakseld worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gehakseld | er is gehakseld | |||||||||
verleden | er werd gehakseld | er was gehakseld | |||||||||
toekomend | er zal gehakseld worden | er zal gehakseld zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gehakseld worden | er zou gehakseld zijn | |||||||||
lijdende vorm gehakseld worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gehakseld worden | gehakseld te worden | ||||||||
toekomend | gehakseld zullen worden | gehakseld te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gehakseld zijn | gehakseld te zijn | ||||||||
toekomend | gehakseld zullen zijn | gehakseld te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gehakseld | wordt gehakseld | wordt gehakseld | wordt gehakseld | wordt gehakseld | worden gehakseld | worden gehakseld | worden gehakseld | |||
verleden (o.v.t.) | werd gehakseld | werd gehakseld | werd gehakseld | werdt gehakseld | werd gehakseld | werden gehakseld | werden gehakseld | werden gehakseld | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gehakseld worden | zult gehakseld worden | zult gehakseld worden | zult gehakseld worden | zal gehakseld worden | zullen gehakseld worden | zullen gehakseld worden | zullen gehakseld worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gehakseld worden | zou gehakseld worden | zou/zoudt gehakseld worden | zoudt gehakseld worden | zou gehakseld worden | zouden gehakseld worden | zouden gehakseld worden | zouden gehakseld worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gehakseld | bent gehakseld | bent/is gehakseld | zijt gehakseld | is gehakseld | zijn gehakseld | zijn gehakseld | zijn gehakseld | |||
verleden (v.v.t.) | was gehakseld | was gehakseld | was gehakseld | waart gehakseld | was gehakseld | waren gehakseld | waren gehakseld | waren gehakseld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gehakseld zijn | zult gehakseld zijn | zult gehakseld zijn | zult gehakseld zijn | zal gehakseld zijn | zullen gehakseld zijn | zullen gehakseld zijn | zullen gehakseld zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gehakseld zijn | zou gehakseld zijn | zou/zoudt gehakseld zijn | zoudt gehakseld zijn | zou gehakseld zijn | zouden gehakseld zijn | zouden gehakseld zijn | zouden gehakseld zijn |