haars
- haars
- [zelfstandig naamwoord], [voornaamwoord]: haar met het achtervoegsel -s
- [bijvoeglijk naamwoord]: precieze herkomst onzeker, cognaat met Engels hoarse [1][2]
het haars o
- genitief van haar (zelfstandig naamwoord)"
- Het is hier een kapperswinkel, eene tentoonstelling, een museum; het is hier de weelde der negentiende eeuw in al hare oververfijning en de afgoderij des haars in al hare dweepzucht. [3]
- Desgelijks ook, dat de vrouwen, in een eerbaar gewaad, met schaamte en matigheid zichzelven versieren, niet in vlechtingen des haars, of goud, of paarlen, of kostelijke kleding; [4]
haars
- (verouderd) genitief van zij en ze als vrouwelijk enkelvoud
- En de wereld is gered, als een iegeIijk maar gelooven wil, dat de Christus om haars wil leed en streed. [5]
- (verouderd) genitief van zij en ze als meervoud
- (…) en is er naast de vroegere, bijna uitsluitend praktische richting eene zuiver theoretische ontstaan, die de talen niet als bloote middelen ter verkrijging van andere kennis aanmerkt; maar ze om haars zelfs wille beoefent, en ze als voorwerpen van wetenschappelijk onderzoek beschouwt, (…) [6]
haars
- (verouderd) genitief m (van) haar
- En voldeed zij aan de begeerte haars vaders? [7]
- (verouderd) genitief o (van) haar
- zij heeft hier in de laatste jaren haars levens vaak dagen van boete en gebed door gebracht in het vertrek, dat ons wordt getoond. [8]
- (verouderd) genitief m (van) hun, (van) haar (meervoud)
- Mario Lamberti maakte een buiging; de dames beantwoordden die en gingen haars weegs. [9]
- (verouderd) genitief o (van) hun, (van) haar (meervoud)
- Wat zyn ze Zalig, die uit dat getal van blinden,
De Heere Jezus op den weg haars levens vinden, (…) [10]
- Wat zyn ze Zalig, die uit dat getal van blinden,
- [1],[3] haars ondanks
- [1],[3] haars weegs
- [2],[4] in het zweet haars aanschijns
- [2],[4] haars inziens
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | haars | - | - |
verbogen | haarse | - | - |
- (verouderd) hees, schor, ruw in de keel
- (verouderd) (voeding) leidend tot een ruw, geprikkeld gevoel in de keel
- Het woord haars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ haars op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Klikspaan (ps. van J. Kneppelhout)"Studenten en hun bijloop" (1844) in: (A. Kets, e.a. (eds.)Klikspaan. Studentenschetsen deel 1: teksten. (2002) Constantijn Huygens Instituut, Den Haag; ISBN 9076832064; p. 54; geraadpleegd 2016-08-28
- ↑ "De eerste brief van de apostel Paulus aan Timotheüs" 1 Tim. 2:9Statenvertaling. Jongbloededitie op website Statenvertaling.net; geraadpleegd 2016-08-28
- ↑ v.d. W"Alzoo lief heeft God de wereld gehad." in: Maas- en Scheldebode jrg. 46 nr. 3760 (4 juli 1931); p. 2 kol. 5; geraadpleegd 2016-08-28
- ↑ Winkel, L.A. te"Eenige grammatische hoofdstellingen." in: De Taalgids, Tijdschrift tot uitbreiding van de kennis der Nederlandsche taal. jrg. 4 (1862) C. van der Post Jr., Utrecht; p. 290/291; geraadpleegd 2016-08-28
- ↑ Lennep, J. van (J. van der Wiel ed.)De roos van Dekama. (2003) Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam; ISBN 9025331424; p. 170; geraadpleegd 2016-08-28; oorspronkelijke edite 1836
- ↑ Couperus, L. (H.T.M. van Vliet e.a. eds.)Uit blanke steden onder blauwe lucht (1994) Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen; ISBN 9025404103; 'p. 42; geraadpleegd 2016-08-28; oorspronkelijke publicatie 1912/1913
- ↑ "Feuilleton. Het Nichtje. 10" in: Leidsch Dagblad nr. 12906 (20 maart 1902); 'p. 1 kol. 3; geraadpleegd 2016-08-28
- ↑ Luyken, J."Christus geneest een blinde." in: De schriftuurlyke geschiedenissen en gelykenissen, van het Oude en Nieuwe Verbond. (1977) De Banier, Utrecht; p. 488; geraadpleegd 2016-08-29; facsimile van origineel uit 1712