haaien

- Geluid: haaien (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhajə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɦaɪ̯.jə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɦaɪ̯.jə(n)/
- (Limburg): /haː.jə(n)/
- haai·en
de haaien mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord haai
- meervoudsvorm als officiële benaming (kraakbeenvissen) een superorde Selachimorpha
van grote, lenige kraakbeenvissen. De oudste bekende fossielen van haaien dateren van meer dan 425 tot 455 miljoen jaar geleden. Er zijn meer dan 1000 soorten beschreven kraakbeenvissen, waaronder ongeveer 400 soorten haaien en 600 soorten roggen en pijlstaartroggen en ongeveer 30 soorten holocephali (draakvissen en chimeren, meestal diepzeevissen waarover vaak nog weinig bekend is)
- haaien en roggen
- haaiachtig, haaibaai, haaiebaai, haaien, haaienaanval, haaienbek, haaienexpert, haaienhoek, haaienkraakbeen, haaienleer, haaienmaag, haaienpak, haaiensoort, haaientand, haaienvangst, haaienvel, haaienvin, haaienvlees, haaietand, haaihaak, haaiig, haailuis, haaimaar, haaimakreel, haaiman, haairog, haaivis
- Het woord haaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haaien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ haaien op website: Etymologiebank.nl
- ↑ haaien op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be