roggen

Nederlands

stekelrog

Uitspraak

• Geluid:  roggen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• rog·gen

Woordherkomst en -opbouw

•  rog zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		roggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de roggen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rog
2. meervoudsvorm als officiële benaming (kraakbeenvissen) een superorde (of infraklasse) Batoidea  van de klasse kraakbeenvissen. Er worden meer dan 450 soorten onderscheiden. Over de indeling is geen consensus. Hier wordt de indeling volgens Aschliman et al. (2012), Last, Séret & Naylor (2016) & FishBase gevolgd, waarin vier ordes en 26 families worden onderscheiden. Volgens de wat oudere indeling in de derde uitgave van Fishes of the World van Joseph Nelson (1994) werden 6 ordes onderscheiden

Hyperoniemen

• [2] haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] adelaarsroggen, doornroggen, duivelsroggen, langstaartroggen, pijlstaartroggen, reuzendoornroggen, sidderroggen, sluimerroggen, stroomroggen, vioolroggen, zaagvissen, zoetwaterroggen
• [2] Afrikaanse rog, antarctische doornrog, appelgrauwe rog, arctische rog, Atlantische sterrog, bahamarog, biscuitrog, blancmangerog, blonde rog, brede rog, Californische rog, cortezrog, dikke rog, equatorrog, Fylla's rog, geaderde rog, gevlekte adelaarsrog, gevlekte rog, golfrog, grootbekrog, grootoogrog, grote rog, Jensens rog, Kaapverdische rog, kaardrog, kleine rog, kleinoogrog, koeneusroggen, langsnuitrog, madeirarog, Maltese rog, medaillonrog, Pacifische sterrog, pinokkiorog, pootroggen, radularog, raspstaartrog, ronde pijlstaartrog, Rondelets rog, rozetrog, spiegelbeeldrog, sproetrog, stekelrog, sterrog, stipjesrog, tijgerstaartrog, veeloogrog, Venezolaanse rog, vleet, vlinderroggen, winterrog, witpootrog, yucatanrog, zandrog, zeskieuwige doornroggen, zuidelijke doornrog

Verwante begrippen

• haaien en roggen
• doornrog, duivelsrog, gestreepte rat van Mount Isarog, koeneusrog, langstaartrog, pijlstaartrog, pootrog, sidderrog, sluimerrog, stroomrog, vioolrog, vlinderrog, zoetwaterrog

Afgeleide begrippen

• rogappel, rogge, roggenstaart, roggenvangst, roggenvleugel, rogkorren, rogsteker, rogvis, rogvisserij, rogvleugel

Gangbaarheid

• Het woord roggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.