Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ap·pel·grau·we rog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appelgrauwe rog appelgrauwe roggen
verkleinwoord appelgrauw roggetje appelgrauwe roggetjes

Zelfstandig naamwoord

de appelgrauwe rogm

  1. (kraakbeenvissen) Leucoraja leucosticta   een vissensoort uit de familie van de Rajidae  . De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1971 door Stehmann
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie