gieren
- Geluid: gieren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣirə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χiː.rə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣiː.rə(n)/
- (Limburg): /ɣiː.rə(n)/
- gie·ren
- In de betekenis van ‘(scherp) geluid maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1567 [1]
- In de betekenis van ‘heen en weer gaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1627 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gieren |
gierde |
gegierd |
zwak -d | volledig |
gieren
- een fluitend geluid maken, door een harde wind of krachtige ademhaling
- hard lachen
- Hij giert van het lachen.
- heel snel rond gaan
- Ik voelde de adrenaline door mijn lichaam gieren.
- Zenuwen gieren door mijn keel.
- ▸ De adrenaline gierde door mijn lijf omdat, na meer dan een jaar voorbereiding, mijn trektocht van Mexico naar Canada eindelijk begon.[3]
- (luchtvaart) een draaiende beweging rond de verticale as maken.
- (scheepvaart) een draaiende beweging rond de verticale as maken.
- [4]: gierpont
- lachen, gieren en brullen geblazen
de gieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gier
- Het woord gieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gieren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "gieren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ 3,0 3,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be