gehoorgang
- Geluid: gehoorgang (hulp, bestand)
- ge·hoor·gang
- samenstelling van gehoor en gang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehoorgang | gehoorgangen |
verkleinwoord | gehoorgangetje | gehoorgangetjes |
de gehoorgang m
- (anatomie) een holle buis die de oorschelp met het middenoor verbindt
- gehoor, gehoorafstand, gehoorsafstand, gehoorapparaat, gehoorbeschadiging, gehoorbuis, gehoordrempel, gehoorgestoord, gehoorgrens, gehoormeting, gehooropening, gehoororgaan, gehoorverlies, gehoorvlies, gehoorweg, gehoorzaal
1. een holle buis die de oorschelp met het middenoor verbindt
- Het woord gehoorgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gehoorgang" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be