gehoorbeschadiging
- ge·hoor·be·scha·di·ging
- samenstelling van gehoor zn en beschadiging zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehoorbeschadiging | gehoorbeschadigingen |
verkleinwoord | gehoorbeschadigingetje | gehoorbeschadigingetjes |
de gehoorbeschadiging v
- (medisch) verminderd gehoor door een teveel aan lawaai of andersoortig trauma
- ▸ Het is het nieuwste wapen tegen gehoorbeschadiging door te harde muziek. Een keurmerk voor clubs en poppodia. Die moeten zich dan houden aan een maximum aantal decibellen en oordopjes bij de deur aanbieden. 10 clubs hebben sinds vandaag zo'n keurmerk.[1]
- ▸ Het letsel dat die guerrillawapens toebrengen, is al snel ernstig. Mensen raken een been of arm kwijt of lopen een gehoorbeschadiging op. Het zijn handicaps die een streep zetten door een verdere militaire carrière. En wat moet je dan op je negentiende?[2]
- Het woord gehoorbeschadiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Keurmerk voor clubs en poppodia” (Donderdag 1 december 2011, 20:47), NOS
- ↑ Weblink bron Door redacteur Olof van Joolen“Oorlogsinvaliden werken aan toekomst” (Zaterdag 24 juli 2010, 08:13), NOS