beschadiging
- Geluid: beschadiging (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈsxadəˌɣɪŋ / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈsχa.də.χɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈsxa.də.ɣɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈsxa.di.ɣɪŋ/
- be·scha·di·ging
- Naamwoord van handeling van beschadigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beschadiging | beschadigingen |
verkleinwoord | beschadigingetje | beschadigingetjes |
de beschadiging v
- aangebrachte schade
- Er zit een beschadiging op die oude foto, die digitaal verwijderd kan worden.
- ▸ In het boek staan tientallen foto's. "We hebben het hele paleis geanalyseerd en alle ruimtes in beeld gebracht met de vraag: waar zitten scheuren en beschadigingen?", zegt Verfürden tegen RTV Utrecht. "Op basis daarvan maakten we het restauratieplan."[1]
- het beschadigen van iets of iemand bijv. diens reputatie
- De beschadiging van deze politicus is in volle gang.
2. het beschadigen van iets of iemand bijv. diens reputatie
- Het woord beschadiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beschadiging" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “Plan voor restauratie Soestdijk gepresenteerd: 'Geen gemakkelijke klus'” (3/6/2020), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be