Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·be·scha·di·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfbeschadiging zelfbeschadigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfbeschadigingv

  1. (medisch) medische term voor het zichzelf verwonden of het zichzelf pijnigen zonder daarbij zichzelf te willen doden
     Als ook het aantal mensen wordt meegenomen dat GHB heeft gebruikt uit zelfbeschadiging, een zelfmoordpoging bijvoorbeeld, komt het totale aantal uit op 1200 slachtoffers.Een derde van alle slachtoffers op de spoedeisende hulp, werd vervolgens in het ziekenhuis behandeld of zelfs opgenomen op de intensive care.[1]
     ZEBRA, dat staat voor Zelfbeschadiging Erkennen Begrijpen Reduceren en Accepteren, organiseert ouderavonden om zelfbeschadiging beter te begrijpen. Het licht artsen en verpleegkundigen in over de problematiek omtrent zelfbeschadiging en GGZ-instellingen worden geadviseerd over de behandelvorm van cliënten met zelfbeschadigingsproblematiek.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Duizend GHB-gebruikers naar eerste hulp” (18-03-2013), Tubantia
  2.   Weblink bron “Enschedese vraagt aandacht voor zelfbeschadiging (video)” (01-03-2017), Tubantia