• IPA: /a.βe.ˈɾi.a/
  • a·ve·rí·a
enkelvoud meervoud
avería averías

avería v

  1. beschadiging, averij, schade
vervoeging van
averiar

avería

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van averiar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van averiar