Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flens·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flensje flensjes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A] het flensjeo

  1. (voeding) dun soort pannenkoekje dat zowel als hoofdgerecht en als nagerecht gegeten wordt
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

het flensjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord flens

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen