flens
- flens
- [A] van Engels flange, dat via het Frans flanche op zijn beurt een Germaanse oorsprong heeft (vgl. flank); in de betekenis van ‘opstaande rand’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1][2][3]
- [B] wellicht naamwoord van handeling van flensen ww , verwant met flinter [4][5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flens | flenzen |
verkleinwoord | flensje | flensjes |
[A] de flens m
- (techniek) een opstaande en vaak vlakke rand of kraag, bijvoorbeeld aan het uiteinde van een buis of pijp om een lekdichte verbinding met een andere pijp of een afdichting mogelijk te maken
- Die flens is beschadigd en maakt een goede afdichting onmogelijk.
-
Aan beide uiteinden van deze pijpen zit een flens.
-
Twee buizen met flenzen verbonden.
-
Bij 1 de flens van een treinwiel.
1. een platte, vlakke metalen plaat of ring, bevestigd aan het uiteinde van een buis ...
vervoeging van |
---|
flenzen |
[A] flens
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flenzen
- Ik flens.
- gebiedende wijs van flenzen
- Flens!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flenzen
- Flens je?
[B] de flens m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flens | flenzen |
verkleinwoord | flensje | flensjes |
- (voeding) dunne pannenkoek
- Flenzen bakken.
-
Een flensje in de pan.
-
Een stapel flensjes.
- Het verkleinwoord flensje is de meest gangbare vorm.
vervoeging van |
---|
flensen |
[B] flens
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flensen
- Ik flens.
- gebiedende wijs van flensen
- Flens!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flensen
- Flens je?
- Het woord flens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flens" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ flens op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "flens" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ flens op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be