3. planten uit het geslacht Equisetum
  • eun·jer
enkelvoud meervoud
naamwoord eunjer eunjers
verkleinwoord

eunjer

  1. (verouderd) persoon die magie beoefent
    • ..zelf eunjer koom ik hier om eunjers raadt te hooren. -Hooft. 
  2. (verouderd) magisch wezen met boze bedoelingen
  3. (plantkunde) naam voor planten uit het geslacht Equisetum  
  4. (verouderd) iets liefs of aantrekkelijks

eunjer

  1. (verouderd) slim op een boosaardige of ondeugende manier
  2. (verouderd) bewust de lachlust opwekkend
  3. (verouderd)(liefkozend gebruikt) aantrekkelijk
    • Dat is eunjer. 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. eunjer op website: Etymologiebank.nl
  3. Weiland, P.
    Nederduitsch taalkundig woordenboek. (1807-1811)