• es·ca
  • Van het Latijnse esca.
enkelvoud meervoud
esca esques

esca v

  1. lokaas
  2. aansteker


  • es·ca
  • Van het Latijnse esca.
enkelvoud meervoud
l'esca le esche

ésca v

  1. lokaas
    «Quale esca usi?»
    Welk lokaas ga je gebruiken?
  2. stimulans

dare esca a

  • aanwakkeren, stimuleren


  • IPA: /ˈeːs.ka/
  • es·ca
  • Verwant met de werkwoorden escare (van ed-sc-are) en edere ("eten").

ēsca v

  1. voedsel
  2. lokaas


  • es·ca
  • Van het Latijnse esca.
enkelvoud meervoud
esca escas

esca v

  1. lokaas
  2. aansteker