eferentní

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɛfɛrɛntɲiː/

Woordafbreking

• efe·rent·ní

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Latijnse woord ēferēns met het achtervoegsel -ní

Bijvoeglijk naamwoord

eferentní

1. (medisch) efferent

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	eferentní				eferentní
genitief	eferentního		eferentní	eferentního	eferentních
datief	eferentnímu		eferentní	eferentnímu	eferentním
accusatief	eferentního	eferentní			eferentní
vocatief	eferentní				eferentní
locatief	eferentním		eferentní	eferentním	eferentních
instrumentalis	eferentním		eferentní	eferentním	eferentními

Synoniemen

• odstředivý

Antoniemen

• aferentní
• odstředivý

Verwante begrippen

• eference v

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)