Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dvoʊ̯jazɪtʃniː/


Woordafbreking
  • dvou·ja·zyč·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord jazyk met het voorvoegsel dvou- en met het achtervoegsel -ný

Bijvoeglijk naamwoord

dvoujazyčný

  1. tweetalig
Verbuiging


Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Verwijzingen