dublinský

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /dablɪnskiː/

Woordafbreking

• dub·lin·ský

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Dublin met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

dublinský

1. (toponiem) Dublins; met betrekking tot Dublin

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	dublinský		dublinská	dublinské	dublinští	dublinské		dublinská
genitief	dublinského		dublinské	dublinského	dublinských
datief	dublinskému		dublinské	dublinskému	dublinským
accusatief	dublinského	dublinský	dublinskou	dublinské	dublinské			dublinská
vocatief	dublinský		dublinská	dublinské	dublinští	dublinské		dublinská
locatief	dublinském		dublinské	dublinském	dublinských
instrumentalis	dublinským		dublinskou	dublinským	dublinskými

Vervoeging

stellend	dublinský
vergrotend	dublinštější
overtreffend	nejdublinštější

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)