droef
- droef
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | droef | droever | droefst |
verbogen | droeve | droevere | droefste |
partitief | droefs | droevers | - |
droef
- treurig stemmend, verdrietig makend
- Hij had zojuist het droeve nieuws van haar overlijden vernomen.
- Het woord droef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "droef" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "droef" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ droef op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
droef