drink
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: drink (hulp, bestand)
- IPA: / drɪŋk / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /drɪŋk/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /drɪŋk/
Woordafbreking
- drink
Woordherkomst en -opbouw
- ww: drinken ww zonder de uitgang -en
- zn [1], [2]: naamwoord van handeling drinken ww [1]
- zn [3], [4]: van Engels drink zn [2]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
drinken |
drink
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drinken
- Ik drink.
- gebiedende wijs van drinken
- Drink!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drinken
- Drink je?
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drink | drinks |
verkleinwoord | drinkje | drinkjes |
Zelfstandig naamwoord
drink m
- (verouderd) gebruik van alcoholische drank
- gelegenheid waarbij genodigden elkaar informeel ontmoeten en een of meer glazen met onverwarmde dranken krijgen aangeboden; oorspronkelijk ging het hierbij om alcoholische dranken
- Na de viering, die ruim twee uur duurde, werd iedereen uitgenodigd om te voet mee te gaan naar het kerkhof van Rijkhoven, waar Erika Thijs na een korte ceremonie werd begraven. Nadien volgde nog een drink voor alle aanwezigen in kasteel Alden Biesen, een expliciete wens van Erika Thijs zelf, die wou herdacht worden zoals ze heeft geleefd: iemand die ondanks de tegenslagen en het harde werk ook midden de mensen de geneugten van het leven erg wist te appreciëren. [3]
- (drinken) vloeistof die mensen voor hun genoegen, los van een maaltijd onverwarmd tot zich nemen; oorspronkelijk ging het hierbij om alcoholische dranken
- De drink zelf was zo overheerlijk, ik kan me goed voorstellen dat het overal geconsumeerd gaat worden; het is een drink voor zowel overdag als in de avond, het is zo mooi in balans en goed van smaak. [4]
- (drinken) glas met vloeistof die mensen voor hun genoegen, los van een maaltijd onverwarmd tot zich nemen
- Men bracht een drink, en haar glas tegen het zijne aanstotend, zei ze: Op de tijd toen wij nog kinderen maakten! [5]
Synoniemen
Hyponiemen
Opmerkingen
- Elk van de bovenstaande synoniemen heeft ook nog andere betekenissen. Dit kan soms helpen verklaren waarom ook "drink" in de betreffende betekenis wordt gebruikt.[6]
- De eerste twee betekenissen ("dronk" en "borrel") zijn vooral in Vlaanderen gangbaar.[7]
- De eerste betekenis kent geen meervoud, het verkleinwoord word vooral voor de vierde betekenis ("glas met drank") gebruikt.
Gangbaarheid
- Het woord drink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "drink" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[8] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Massale opkomst voor begrafenis Erika Thijs (13 augustus 2011) op website: hln.be; geraadpleegd 2019-06-27
- ↑ Reiner, J.geciteerd in:Prummel, M.Ronnaporn Kanivichapron uit Thailand wint de Bacardi Legacy 2019 (16 mei 2019) op website: MissetHoreca.nl; geraadpleegd 2019-06-27
- ↑ Boon, L.P."Een grijze ochtend" in: Maatstaf. jrg. 19 nr. 11 (maart 1972) De Arbeiderspers, Amsterdam; p. 713; geraadpleegd 2019-06-27
- ↑ Oostendorp, M. vanAmandel, drink! (6 april 2017) op website: neerlandistiek.nl; geraadpleegd 2019-06-27
- ↑ Dronk / drink / borrel / receptie op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2019-06-27
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: drink (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /drɪŋk/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
drink | drinks |
Zelfstandig naamwoord
drink
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to drink |
he/she/it | drinks |
verleden tijd | drank |
voltooid deelwoord |
drunk |
onvoltooid deelwoord |
drinking |
gebiedende wijs | drink |
Werkwoord
drink
- drinken
- «What do you want to drink?»
- Wat wil je drinken?
- «What do you want to drink?»